Jacobus Pieter van Eesteren: Alblasserdammer bouwt de Rotterdamse Kuip en nog veel meer

15 oktober 2014 door Hennie van der Zouw
Jacobus Pieter van Eesteren: Alblasserdammer bouwt de Rotterdamse Kuip en nog veel meer

In drie columns beschreef ik vorig jaar het leven en werken van Cornelis van Eesteren, de in Alblasserdam geboren, wereldberoemde architect. Maar deze familie van Eesteren heeft nog een beroemde zoon in zijn gelederen. En wel Jacobus Pieter van Eesteren, aannemer en bouwer.

Maar voordat ik naar het leven en de werken van deze Jacobus Pieter van Eesteren ga kijken, wil ik met u even in zijn stamboom gaan wroeten. Maar niet te ver. Als we dat doen, komen we Balten van Eesteren tegen, de vader van Cornelis en Jacobus Pieter, geboren in Nieuw Beijerland op 1 februari 1874. De vader van Balten was een zekere Lauweris van Eesteren, en zijn moeder heette Kommertje van Es.

Balten van Eesteren was dus de zoon van Lauweris van Eesteren en Kommertje van Es. Hij trouwde op 17 januari 1896 op 21 jarige leeftijd in Nieuwe Tonge met de toen 22 jarige Sietje Holleman uit Nieuwe Tonge. Sietje Holleman was de dochter van Cornelis Holleman en Jacoba Pieternella van der Velden, en was in 1874 in Nieuwe Tonge geboren. Balten vestigde zich als aannemer in Alblasserdam.

De kinderen van Balten van Eesteren en Sietje Holleman waren: Cornelis van Eesteren, geboren op 4 juli 1897 in Alblasserdam en overleden op 21 februari 1988 in Alblasserdam. Jacobus Pieter van Eesteren, geboren op 18 juni 1901 te Alblasserdam, en overleden op 15 november 1972 op de autoweg van Breda naar Antwerpen, Kommertje van Eesteren, geboren op 14 juni 1896, en overleden op 16 juni 1896 te Nieuwe Tonge, Lauwerus van Eesteren, geboren op 15 mei 1899 te Alblasserdam en ook nog een zoon of dochter, waar we de voornaam niet van kennen. Die werd geboren op 24 juli 1911, en overleed dezelfde dag.

Balten van Eesteren trouwde op 11 april 1931 in Den Haag voor de tweede keer ook nog met Idske Nieske Anne Krijger, dus zijn tweede huwelijk.

De oudste zoon van van Balten en Sietje, Cornelis trouwt op 27 maart 1937 in het Zwitserse Zurich met Frieda Fluck, geboren in Bulach (Duitsland) op 5 mei 1897, en ging met haar wonen in Amsterdam aan de Haringvlietstraat 69-3 hoog. Hiernaast nog even de door mij pas gevonden rouwadvertentie van Cornelis van Eesteren. Maar over Cornelis hebben we al een drietal Columns geschreven, dus laten we ons nu even gaan concentreren op de tweede zoon uit het huwelijk van Balten en Sietsje, namelijk de op 18 juni 1901 in Alblasserdam geboren Jacobus Pieter van Eesteren.

Jacobus Pieter van Eesteren werd aannemer van bouwwerken. Hij was gehuwd, sinds 20 augustus 1924 met Annigje Stout. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren. Na de scheiding van Annigje op 28 maart 1953, trouwde hij op 9 april 1953 met Neeltje Timmerman.

Jacobus Pieter van Eesteren was als één der zoons van de directeur van het inmiddels grote aannemersbedrijf N.V. v/h Boele en Van Eesteren te Alblasserdam, vrijwel voorbestemd tot hetzelfde vak, waartoe hij trouwens door zijn eigen aanleg mede gedreven werd. Net als zijn vader, Balten van Eesteren, die ook politiek actief was geweest, en tot de oprichters van de Christelijke-Historische Unie had behoord en een sterke persoonlijkheid bezat, ging ook de zoon voor niemand opzij. Daarom was het niet te verwonderen, dat hij na zijn schooltijd, opleiding op een MULO en de ambachtsschool, aangevuld door privé lessen in technische vakken, zich eerst in het aannemingsbedrijf van W. Korevaar in zijn woonplaats, als vrijwilliger , toen nog volontair genoemd, voorbereidde op de praktijk van het vak. Vervolgens werd hij, ternauwernood volwassen, onderdirecteur en een paar jaar later mededirecteur in de onderneming van zijn vader. Zijn ondernemersnatuur dreef hem spoedig tot groter zelfstandigheid.

In 1932 vestigde hij zich, met zes man personeel en een geleende betonmolen, te Rotterdam en stichtte de N.V. Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren, welke later nog enige gedaantewisselingen in de formele ondernemingsvorm zou beleven. Achtereenvolgens zou hij daarin de functies van directeur, lid van de Raad van Beheer en commissaris bekleden.

De nieuwe onderneming sloeg al spoedig haar vleugels uit. Hij lijkt de tijd niet mee te hebben. De wereld verkeert in een recessie. Maar bouwen en ondernemen is Jaap, zoals hij inmiddels genoemd werd, niet vreemd: hij stamt uit een familie van aannemers. Die ervaring draagt ongetwijfeld bij aan het snelle succes van het bedrijf. Reeds na enkele jaren leverde Van Eesteren de enorme prestatie, om in een economisch moeilijke tijd in Rotterdam-Zuid het grote Feyenoordstadion in 1936/1937 voor  850.000 gulden  te bouwen, waarvan hij 25.000 gulden garanderen moest - een voor die tijd groot waagstuk.

Het Feyenoord-stadion dateert van 1936. J.P. van Eesteren bouwde het stadion geheel in staal, alleen de tribunes gingen in beton. Het ontwerp van Brinkman en Van der Vlugt is geënt op het Arsenal-stadion in Londen: een stadion in twee lagen, waarbij de toeschouwers dicht op het veld zitten en de zichtlijnen optimaal zij. Deze karakteristieken werden bereikt via een nagenoeg ovale hoofdvorm (afgeronde hoeken) en door de constructieve elementen zoveel mogelijk aan de buitenzijden van het gebouw te plaatsen.

In de oorlogsjaren wist hij het bedrijf gaande te houden door in opdracht van de Rijksgebouwendienst in 1943 bewaarplaatsen te bouwen voor de Nederlandse kunstschatten en voor de Koninklijke Bibliotheek.

Na de oorlog ontplooide deze aannemer eerst recht zijn krachten. Reeds terstond wijdde hij zich aan de reconstructie van het woningbestand in de Betuwe en op Walcheren. Zonder op volledigheid te kunnen bogen, zij herinnerd aan het herrijzend centrum van Rotterdam, zoals het Bouwcentrum (1949; met uitbreidingen in 1955 en 1965), het Groothandelsgebouw (1953), 2 bioscooptheaters (1955), de Euromast alsmede het Rijnhotel en het Stationspostkantoor (1959), het academisch ziekenhuis Dijkzicht (1961), het assurantiekantoor van de Stad Rotterdam (1962), de Antwoordkerk (1964) die hij in een week moest voltooien, het imposante kantoorgebouw van Phs. van Ommeren (1964), 3 flatgebouwen op de Maasboulevard (1965) en de Medische Faculteit (1972). Oftewel een enorme prestatie.

De Euromast werd ter gelegenheid van de Floriade in 1960 door architect H.A. Maaskant en aannemer J.P. van Eesteren neergezet in het Park, vlak bij de ingang van de Maastunnel in Rotterdam. Het gebouw werd officieel geopend door prinses Beatrix op 25 maart 1960. De mast was toen 107 meter hoog. In 1970 werd een 85 meter opbouw geplaatst, de Space Tower. De Euromast werd daarmee het hoogste gebouw van Rotterdam.

Hij bepaalde met de bouw van al die gebouwen voor een groot gedeelte de nieuwe skyline van Rotterdam. Doch ook buiten de plaats van zijn vestiging ontplooide hij zijn rusteloze activiteit door vestigingen in Amsterdam, 's-Gravenhage, Limburg, Brussel en zelfs in de Congo. Het was misschien wel de kroon op zijn werk, dat hem in 's lands hoofdstad de bouw van het nieuwe hoofdkantoor van de Nederlandse Bank werd opgedragen. De oplevering van het laatste deel van het complex geschiedde op 1 december 1967.

Het welslagen van Van Eesteren was mede te danken aan zijn streven om zijn aannemingsbedrijf in een zeer vroeg stadium door voeling met de architecten te doen inschakelen in de voorbereiding van de grote werken, waardoor een team werd gevormd van verschillende betrokkenen, welke aan de uitvoering ten goede kwam. Ook overigens, sloeg hij nieuwe wegen in. Doelmatigheid van de woningbouw had zijn grote belangstelling. Na studie van wat anderen hadden gepresteerd op het gebied van grote elementenbouw, ontwikkelde hij in eigen huis wat de ERA-methode zou worden.

Bij deze methode - Van Eesterens Rationeel - werd in een skelet in de vorm van een betonconstructie met massieve wanden en vloeren van beton, een inbouwpakket ingeschoven, dat variabel van inhoud was. Hiermee had hij sinds 1964 alweer groot succes en bouwde duizenden woningen. Het lag ook geheel in zijn lijn, dat hij zich levendig interesseerde voor de Stichting Bouwcentrum te Rotterdam, waarvan hij een actief bestuurslid werd, evenals van enkele juridisch daarnevens werkende stichtingen, welke als onderdelen zijn te beschouwen.

Van Eesteren bekleedde bovendien verscheidene functies in zijn branche. Van 1964 tot 1971 was hij lid van de Kamer van Koophandel & Fabrieken voor Rotterdam, terwijl hij daarnaast diverse bestuursfuncties in werkgeversorganisaties in de bouwnijverheid vervulde, zowel op lokaal als nationaal niveau. Als blijk van waardering werd hem het erelidmaatschap van de Nederlandse Aannemersbond en Patroonsbond voor de bouwbedrijven in Nederland (NAPB) aangeboden.

Zo bij uitstek actieve mensen, zijn altijd degenen, die tijd weten te vinden voor ontplooiing in andere richtingen. Toen de Euromast in 1959 de voltooiing naderde, schreef hij een prijsvraag uit voor de bepaling van het juiste tijdstip van de laatste storting van beton voor dit bouwwerk. Deze aardigheid leverde een vrij aanzienlijk bedrag op, waarvoor Van Eesteren een liefdadige bestemming zocht. Een relatie uit zijn werkzame leven maakte hem toen opmerkzaam op een aantal kinderen, die door epidemie van poliomyelitis zwaar beproefd werden. De spontane en gevoelige man organiseerde vervolgens op nog ruimere schaal de verlening van hulp aan in verschillende vorm gehandicapte medemensen, waarvoor de Stichting Bouwend Rotterdam in het leven werd geroepen. Hij trad daarin op als vice-voorzitter met volkomen persoonlijke inzet.

Met de geografische uitbreiding van de activiteiten, kwamen er ook kantoren bij: in Amsterdam in 1997 en in Bunnik, in 2012. Die uitbreiding is het resultaat van de fusie met Heijmerink Bouw, een bouwer met ruim een eeuw historie. Met bijna 500 medewerkers is J.P. van Eesteren nog altijd een van de grotere bouwers op het gebied van utiliteit. En, met inmiddels een eeuw ervaring, nog even ambitieus als bij de start.

Jacobus van Eesteren was een man van grote spontaniteit en een ontwapenende openhartigheid, die om zijn menselijkheid ruimschoots persoonlijke sympathie genoot en een sterk bindend element vormde in de kringen, waarin hij zich bewoog, ondanks de met zijn energie in de dagelijkse omgang gepaard gaande ook ongemakkelijke eigenschappen. Het lag in de lijn van de zorg voor zijn bedrijf en zijn 1800 medewerkers, dat hij zich op 65-jarige leeftijd uit de dagelijkse leiding begon terug te trekken en het complex van zijn ondernemingen in een groter concern deed opgaan.

Om persoonlijke redenen vestigde hij zich in die latere jaren te Brasschaat in België. Tot zijn einde bleef hij met grote toewijding getrouw aan zijn ijver voor de gebrekkige medemens en het daarvoor in Rotterdam opgezette werk. Het was zijn noodlot, dat hij in de avond van 15 november 1972 van Rotterdam na een vergadering van de Stichting Bouwend Rotterdam naar huis terugkerend in België als gevolg van ijzelvorming op de weg door een auto-ongeval om het leven kwam.

Maar het bedrijf van J.P. van Eesteren ging door met bouwen. Hier bijvoorbeeld nog een klein voorbeeld uit de hedendaagse geschiedenis van het bedrijf.

Op woensdag 16 oktober 2013 heeft wethouder Kokke van Oegstgeest nog het contract getekend met de bouwonderneming die het nieuwe gemeentehuis van Oegstgeest gaat realiseren. Na een uitgebreide selectie werd het bedrijf  J.P. van Eesteren aangewezen voor de uitvoering van de plannen.

J.P. van Eesteren B.V., met vestigingen in Barendrecht, Amsterdam en Bunnik is inmiddels een gevestigde naam in de bouwwereld.

Zij realiseert landelijk bouwwerken in diverse sectoren en heeft jarenlange ervaring in technisch en organisatorisch complexe projecten, zoals het Rijksmuseum in Amsterdam.

Zowel bij nieuwbouw als bij verbouw behoort J.P. van Eesteren tot de grootste utiliteitsbouwers van Nederland. Ook middelgrote en kleinere projecten behoren tot de activiteiten van J.P. van Eesteren. Op dit moment werken zij aan het nieuwe raadhuis van Almelo.

Maar als u rondom 1 oktober van 2014 de kranten en de journaals bijgehouden heeft, dan bent u  J.P. van Eesteren vast vaak tegen gekomen, want…….

Midden in het Laurenskwartier - op de plek waar Rotterdam ontstond – is inmiddels de eerste Markthal van Nederland geopend. Rotterdam volgt daarmee het voorbeeld van onder meer Barcelona, Stockholm en Birmingham, waar overdekte markthallen al jaren een begrip zijn. De Rotterdamse markthal staat recht tegenover station Blaak, op loopafstand van de Koopgoot en direct aansluitend op de buitenmarkt. De markthal heeft een vloeroppervlak ter grootte van een voetbalveld. Op de marktvloer kunnen honderd ondernemers hun verse producten aanbieden. Aan de flanken van het terrein staan winkels, die ook met eten en drinken te maken hebben, zoals een kookwinkel, een winkel voor de tafel, een wijnhandel, een warme bakker en een traiteur. Hier is tevens ruimte voor diverse restaurants, waaronder het marktcafé. In het souterrain komen een supermarkt, een slijterij en een drogisterij.

Onder de hal is een vierlaagse parkeergarage met 1.200 plaatsen gesitueerd. Vanuit deze garage komt men in het hart van de hal. In de Markthal kan worden gewinkeld onder een spectaculaire veertig meter hoge boog, die wordt gevormd door 226 appartementen. De appartementen hebben ruime balkons en kijken uit op de Laurenskerk of op de Maas.

Het project is ontwikkeld door Provast te Den Haag en het ontwerp is van architectenbureau MVRDV.

De combinatie Mobilis (TBI) - Martens Van Oord heeft inmiddels de parkeergarage uitgevoerd. De bovenbouw is door J.P. van Eesteren gerealiseerd.

Feestelijke opening op woensdag 1 oktober 2014
De eerste overdekte food markt van Nederland, de Markthal in Rotterdam, opende op 1 oktober om 16.30 haar deuren voor iedereen.

Maar liefst 96 kramen en 20 winkels en restaurants met een ongekend aanbod aan goed eten. Allemaal onder het grootste kunstwerk van Europa.

Na een besloten opening met Hare Majesteit Koningin Máxima, mocht iedereen om 16.30 uur de bruisende Markthal gaan bekijken en ontdekken. Natuurlijk was er buiten ook vóór 16.30 uur al van alles te beleven.

Openingsdag Markthal
De Markthal werd door Koningin Máxima tijdens een besloten bijeenkomst geopend. Vanaf 14.00 uur was er buiten van alles te beleven en natuurlijk ook te proeven. Veel ondernemers die binnen een kraam openden, boden voor de officiële opening buiten al een voorproefje.

Je kon bijvoorbeeld al terecht bij Bram Ladage, de IJssalon en De Groene Weg, maar ook alvast heel feestelijk een glas bubbels drinken bij de Champagnebus van Vooys. Wachten hoefde zeker niet saai te zijn met een mini food festival, straattheater en kinderactiviteiten.

Bronnen:
- Herdenkingsartikelen in De Driehoek. Contactorgaan van de N.V. Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren... (1972)
- Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdredaktie van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938

Andere Bronnen: Wikipedia en het verdere internet.
Foto's bewerkt met Fotosketcher.
Hartelijk dank aan de originele makers van de foto's, de video en andere documenten.
Hieronder nog een prachtige video over de Rotterdamse Markthal en het bedrijf J.P. van Eesteren.

Column nummer 18 van uw columnist.

Over de columnist

Hennie van der Zouw

Hennie van der Zouw, oud leerkracht uit het basisonderwijs en inmiddels 'pensionado,' is geboren in Bolnes in de gemeente Ridderkerk en sinds 1995 inwoner van Alblasserdam. Hennie is getrouwd en vader van een zoon. Hij is geinteresseerd in computers, I.C.T., stripverhalen, sport en geschiedenis.

Hennie heeft in de laatste dertig jaar een aantal artikelen gepubliceerd in het Stripschrift, een blad met achtergrondverhalen over strips en het beeldverhaal in het algemeen.

Hennie is ook de webmaster van de websites van H.V. Anderz.


Hennie heeft, onder pseudoniem een aantal sportboeken en de eerste twee delen van een roman-cyclus geschreven en in eigen beheer gepubliceerd bij Brave New Books. De boeken over wielrennen, voetbal en schaatsen weerspiegelen Hennie 's interesse in sport. 

Er zijn onder zijn eigen naam ook drie bundels van zijn op alblasserdam.net gepubliceerde columns verschenen en ook heeft hij een tweedelige biografie over zijn vader geschreven. Heel trots is Hennie ook op het boek over Hein, de broer van zijn vader, waar hij naar vernoemd is. Inmiddels is Hennie ook begonnen aan een boek over zijn moeder.

In 2021 is de derde bundel van de columns verschenen. Columns, altijd verankert in de geschiedenis, die proberen om Alblasserdam in het grotere verband van de wereldgeschiedenis en de tijd te laten zien......


En begin van het jaar 2023 verscheen het vierde deel van de verzamelde columns van Hennie van der Zouw op Alblasserdam.net


Jan Willem Boersma uit Mijdrecht sinds vorig jaar in een illuster rijtje Alblasserdamse Burgemeesters
03 feb
Jan Willem Boersma uit Mijdrecht sinds vorig jaar in een illuster rijtje Alblasserdamse Burgemeesters
Alblasserdammer Joop Aret, van waterklerk tot hobby-fotograaf
06 dec
Alblasserdammer Joop Aret, van waterklerk tot hobby-fotograaf
Een Interview met H.V. Anderz? Maar dat is toch zeker wel een Alblasserdammer? Of niet?
07 okt
Een Interview met H.V. Anderz? Maar dat is toch zeker wel een Alblasserdammer? Of niet?
Alblasserdam zit ook onder het P.F.A.S.. 'Dark Waters' ook in Alblasserdam
25 aug
Alblasserdam zit ook onder het P.F.A.S.. 'Dark Waters' ook in Alblasserdam
Na 80 columns wordt het tijd om toch maar eens een Alblasserdammer voor te stellen
01 jun
Na 80 columns wordt het tijd om toch maar eens een Alblasserdammer voor te stellen
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.