Kan Jacoba van Beieren wel eens op het verdwenen Alblasserdamse Kasteel Souburg geweest zijn?

03 januari 2019 door Hennie van der Zouw
Kan Jacoba van Beieren wel eens op het verdwenen Alblasserdamse Kasteel Souburg geweest zijn?

* Afbeelding 1: Jacoba van Beieren in Overpeinzing. Fragment van een schilerij van Jan Adam Kruseman (1804-1862). Doek, 95 x 67 cm, Gesigneerd en gedateerd ‘JA Kruseman 1847’ (Veiling Amsterdam Sotheby’s, 22 april 2009, nr. 19)

De kans is toch wel heel erg klein dat het verdwenen Alblasserdamse Kasteel Souburgh een jachtslot van Jacoba van Beieren geweest is. Als we bedenken dat er in 1410 al geen sprake meer van het kasteel was en Gravin Jacoba van Beieren in 1436 op een jeugdige leeftijd van 35 jaar reeds overleed, dan zou ze reeds op uiterlijk negenjarige leeftijd op de Souburg geweest moeten zijn. Het is misschien wel mogelijk, dat Jacoba van Beieren op de hofstad ‘die Cleine Nisse’ is geweest, die in 1410 in de plaats van het Alblasserdamse kasteel Souburg wordt genoemd. ‘Die Cleine Nisse’ mag echter niet verward worden met het huis dat in de volksmond het jachthuisje van Jacoba van Beieren wordt genaamd. Dat is van veel later datum, namelijk uit de 16e of zelfs 17e eeuw.

Van een ander overgeleverd verhaal over een onderaardse gang onder de Alblas, is tot nu toe ook nog geen enkel spoor gevonden. Wel loopt er een grondrug in de Alblas van het zogenaamde jachthuisje naar het tegenwoordige Hof Souburg, waar boven slechts een kleine meter water staat. Men zou dus eventueel wel van een vluchtroute kunnen spreken, maar niet onder het water door, maar er dwars door heen. Jammer dat men destijds de opgravingen van het kasteel Souburg heeft moeten stoppen. Hopelijk kan men te zijner tijd hier toch wel weer eens mee verder gaan. waardoor nog veel raadsels van dit verdwenen slot opgelost zouden kunnen worden.


* Afbeelding 2: Valkenjacht een nostalgisceh schoolplaat met Jacoba van Beieren. Uitgegeven door Joh. Ykema uit den Haag.

Even terug in de tijd. Laten we eens in het jaar 1280 gaan kijken: Er zijn dan in Nederland grote overstromingen, vooral in Noord-Nederland. Gevolg is het ontstaan van de Lauwerszee. Op 6 mei van dat jaar koopt Floris V van Holland van de zusters van de Rijksabdij Elten het recht om in Het Gooi als landsheer op te treden. De Gooise boeren krijgen van de Graaf de gebruiksrechten over de woeste (onontgonnen) Gooise gronden, bestaande uit heide, bos, en stuifduinen. De Kolksluis bij Spaarndam is in 1280 de allereerste sluis in Holland die twee paar deuren krijgt met een sluiskolk ertussen, zodat schepen onafhankelijk van het tij tussen Spaarne en IJ heen en weer kunnen varen. Op 24 september 1280 verkocht Dirk, de toenmalige heer van Teylingen, voor achthonderd Hollandse ponden en een vat wijn het Ambacht Alblas aan heer Nlcolaas van Souburg, een telg uit het Zeeuwse geslacht der Heeren van Souburg. De koopacte was mede ondertekend door graaf Florls V, als overleenheer.

De naam Souburg is in het verre verleden ontstaan, uit een versterkte woonplaats, een zogenaamde Karolingische burcht, op het eiland Walcheren. Omdat deze burcht in het zuiden van het eiland lag, noemde men haar de Sutburg (Zuidburg), hetgeen in de loop der eeuwen veranderde in Souburg.

Nicolaas van Souburg, een van de Heeren van Souburg, bekleedde het hoge ambt van Baljuw van Zuid-Holland en had reeds in 1275 belangen in Holland. Zo verkreeg hij in mei 1280 van het kappitel van St. Marie te Utrecht, dat hier ook bezittingen had, de tienden van Blokweer en tussen de twee dijken van Alblas en Vinkenland, thans behorende bij Alblasserdam.
Souburg

Nicolaas voerde een doorsneden wapen, zoals men dat in de wapenkunde (heraldiek) noemt. Op het bovengedeelte ervan stond de burcht uit het wapen van het Zeeuwse Souburg hetgeen zijn afkomst verraadde, terwijl op het onderste gedeelte twee naar elkaar toegekeerde staande leeuwen zijn afgebeeld. Dat zijn vermoedelijk de beide leeuwen die op het wapen van Zuid-Holland het wapenschild vasthouden. Waarschijnlijk vertolken zij het hoge ambt dat Nicolaas van Souburg in Zuid-Holland bekleedde.

Al spoedig liet hij op zijn nieuwe bezitting aan een lus (meander) van de toen nog open Alblas, een sterk kasteel bouwen, op de plaats waar voordien ook al een huis gestaan had, vermoedelijk een tolhuis. Voor het laatste lag het erg gunstig, er was vroeger drukke scheepvaart op de Alblas.

Nicolaas'' kasteel werd een vierkant gebouw met hoektorens, waarvan de afmetingen overeenkwamen met die van het Muiderslot. Het verschil is dat de torens van het Muiderslot rond zijn en die van de Souburg vierkant. De muren waren 1.20 tot 2 meter dik. Ze waren evenals de torens van een groot formaat kloostermoppen gebouwd. En het gehele kasteel was door een diepe en drie meter brede slootgracht omringd.


* Afbeelding 3: Jacoba van Beieren op Valkenjacht. Rechts te paard haar vierde echtgenoot Frank van Borselen. (Artiest inbekend)

Laten we om alles even in het goede geschiedkundige perspectief te plaatsen, nog even naar het jaar 1410 teruggaan om te zien wat er toen allemaal Europa nog meer gebeurde. Op 15 juli van dat jaar vond de Slag bij Tannenberg plaats. De Polen, Litouwers en Russen, onder leiding van Wladislaus II Jagiello van Polen en Vytautas, verslaan daar de Duitse Orde. Tegenpaus Alexander V sterft en wordt opgevolgd door (de later als dusdanig genoemde) tegenpaus Johannes XXIII. Op 2 november 1410 vindt de ondertekening van de Vrede van Bicêtre plaats, die een einde moet maken aan de burgeroorlog tussen de Armagnacs en de Bourguignons. Ook in dit jaar vond de stichting van de Universiteit van St Andrews plaats.

Hofstad
Nadat het riviertje de Alblas was afgedamd, waardoor het dorpje Alblasserdam ontstond, konden na verloop van tijd ook de bij het kasteel behorende gronden worden ingepolderd. Dat is het begin geweest van de inpoldering van de gehele Alblasserwaard. Uit een acte van 1410 kan men opmaken dat het kasteel toen al niet meer bestond. Daarin wordt namelijk alleen nog maar melding gemaakt van een hofstad ‘die Cleine Nisse’ waarmede de hofstad Souburg bedoeld werd. Waarom het grote en sterke kasteel het nog geen 130 jaar heeft uitgehouden is een raadsel. Of hier soms oorlogsgeweld of overstromingen van de Alblasserwaard - die 33 maal overstroomd werd - de oorzaak van zijn, of misschien beide, weten we niet. Wel weet men dat in 1628 de fundamenten van het verdwenen slot nog te zien waren.

Zoals dit bij veel oude kastelen het geval is, zweeft er ook hier een waas van geheimzinnigheid rond het verdwenen slot. Zo wordt er dus beweerd dat Souburg het jachtslot van Jacoba van Beieren is geweest en dat er vanaf het kasteel een onderaardse gang onder de Alblas door zou hebben gelopen. Soms is het fantasie, maar soms zit er toch ook wel een kern van waarheid in dergelijke verhalen.


* Afbeelding 4: De maidentrip van de Wasa. (Artiest onbekend).

Laten we ook nog even naar het jaar 1628 gaan kijken. Op 10 augustus van dat jaar werd in Stockholm het oorlogschip de Wasa te water gelaten. Dit nieuwe vlaggenschip van de Zweedse vloot kapseisde op haar eerste reis in de haven van Stockholm. Op 15 september van dat jaar maakte Piet Hein furore. De vloot van de West-Indische Compagnie onder bevel van Piet Hein boekte een spectaculaire overwinning in de Slag in de Baai van Matanzas voor de kust van het eiland Cuba. Hij onderschept de Zilvervloot. Dit laat 11 miljoen gulden in handen vallen van de Republiek. (Dit vertegenwoordigse in die tijd zo'n driekwart jaar oorlogsuitgaven). Op 24 november wordt Nicolaas Tulp door de stad Amsterdam benoemd tot praelector anatomiae (lector in de anatomie) van het chirurgijnsgilde. Hij zal in die functie anatomische lessen geven. Er breekt een opvolgingsstrijd uit tussen Frankrijk en Spanje over Mantua, welke oorlog rampzalige gevolgen voor Spanje zal hebben.

Er dreigde in dat jaar ook een inval in Groningen vanuit Oost-Friesland. Olivares probeerde vanuit Madrid daar een gezamenlijk leger van de Spanjaarden en de Duitse keizer op de been te brengen. En de franse filosoof René Descartes vestigt zich definitief in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Reformatie roert zich heftig onder leiding van Gisbertus Voetius. William Harvey toont de bloedsomloop van de mens aan.

Jachtslot
De kans is toch wel erg klein dat het Kasteel Souburg een jachtslot van Jacoba van Beieren geweest is. Als we bedenken dat er in 1410 al geen sprake meer van het kasteel was en gravin Jacoba in 1436 op een jeugdige leeftijd van 35 jaar reeds overleed, dan zou ze reeds op negenjarige leeftijd op de Souburg geweest moeten zijn. Het is misschien wel mogelijk dat Jacoba van Beieren op de hofstad ‘die Cleine Nisse’ is geweest, die in 1410 in de plaats van het kasteel Souburg wordt genoemd. Die Cleine Nisse mag echter niet verward worden met het huis dat in de volksmond het jachthuisje van Jacoba van Beieren wordt genaamd. Dat is van veel later datum, namelijk uit de 16e of 17e eeuw.


* Afbeelding 5: Portret van Jacoba van Beieren. Bron: Jacoba van Beieren door Hollandse school ca 1600.

Maar om het verhaal volledig te maken gaan we toch ook nog even uitgebreid kijken naar Jacoba van Beieren. Jacoba van Beieren werd geboren in Le Quesnoy en aldaar ook gedoopt op 16 juli 1401. Ze overleed op Slot Teylingen op 9 oktober 1436. Zij was gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen tussen 1417 en 1433.

Jacoba werd in 1401 geboren en op 16 juli van dat jaar gedoopt in Le Quesnoy in Henegouwen, in het huidige Zuid-Belgie. Ze is de dochter van graaf Willem VI en Margaretha van Bourgondië. In 1406 werd zij op 5-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan de Franse prins Jan van Touraine. In 1415, toen zij 14 was, werd dat huwelijk voltrokken in Den Haag. Kort daarop overleed Jans oudere broer Lodewijk van Guyenne, waarna Jan de Dauphin, de kroonprins van Frankrijk werd en Jacoba dus Dauphine, oftewel: kroonprinses. In 1417 overleed echter ook Jan van Touraine en werd Jacoba weduwe. Enkele maanden later overleed ook haar vader graaf Willem VI van Holland.

Jacoba volgde haar vader op zestienjarige leeftijd op, maar haar oom, de Luikse bisschop Jan VI van Beieren, had ook zijn oog laten vallen op de erfenis van graaf Willem VI. Hij werd hierin gesteund door de Duitse keizer Sigismund die verdere invloed van de Bourgondische hertogen in zijn gebieden wilde voorkomen. Jacoba, gesteund door haar moeder Margaretha van Bourgondië zocht haar steun bij Jan zonder Vrees, de hertog van Bourgondië en broer van Margaretha. De strijd tussen Jacoba en Jan betekende tevens een oplaaiing van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Onder Jacoba's leiding behielden de edellieden die onder Willem VI gediend hadden hun positie, zij behoorden tot het Hoekse kamp. Daarentegen werd Jan VI van Beieren door de Kabeljauwse edelen gesteund.


* Afbeelding 6: Hekpijler ingang Hof van Souoburg. Foto van juli 1984 door Gerard Dukker, fotograaf van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Om haar machtspositie te versterken trouwde Jacoba in 1418 met haar neef in de vierde graad: Jan IV van Brabant. Ze kreeg hiervoor toestemming van paus Martinus V. Jan VI van Beieren en zijn partijgenoten protesteerden tegen dit huwelijk. Onder druk van keizer Sigismund werd de pauselijke toestemming later ingetrokken. Na het Beleg van Dordrecht en omdat hij zijn financiële verplichtingen niet kon nakomen, verpandde Jan van Brabant het grondgebied van Jacoba voor 12 jaar aan haar vijand Jan van Beieren. De Zoen van Woudrichem, een vredesverdrag tussen Jacoba van Beieren en Jan VI van Beieren, werd ondertekend op 13 februari, 1419. Jacoba liet hierop het huwelijk ongeldig verklaren en vertrok in 1421 naar Engeland, waar zij in 1423 in het huwelijk trad met Humphrey van Gloucester, zoon van koning Hendrik IV van Engeland.

Samen met Humphrey ging zij met een leger in 1424 terug naar Henegouwen om de strijd op te nemen tegen haar ex-echtgenoot Jan van Brabant, die gesteund werd door Filips de Goede, hertog van Bourgondië. Het escaleerde in een persoonlijke ruzie tussen Filips de Goede die een duel wilde uitvechten met Humphrey. De koningen van Engeland en Frankrijk vonden dat beide royals zich niet in zo'n duel moesten begeven, Filips bleef echter strijdvaardig, maar Gloucester besloot eind april er toch vanaf te zien. Jacoba bleef achter in Henegouwen. Vervolgens begon de Inname van Henegouwen (1424-25) en moest zij zich overgeven en werd in Gent gevangen gezet. Gloucester steunde zijn vrouw nog wel met Engelse troepen in de Slag bij Brouwershaven in 1426, maar het huwelijk werd al snel daarna ontbonden.

Toen haar oom Jan van Beieren in januari 1425 overleed, kwamen de gebieden die hij eerder verpand had gekregen weer bij Jan van Brabant terecht. Echter, onder druk van Filips de Goede, stelde hij in 1425 Filips aan als ruwaard en erfgenaam. Zo zouden de graafschappen aan de hertog van Bourgondië toevallen als Jan kinderloos zou sterven. Dit betekende feitelijk dat deze gebieden onder het gezag van Filips de Goede kwamen. De Hoeken verzetten zich hiertegen en besloten Jacoba van Beieren te bevrijden. De edellieden Spiering en Aalburg van het Schuttersgilde St. Joris van Heusden (opgericht in 1356) slaagden erin Jacoba van Beieren te ontmoeten en met haar werd een ontsnappingsplan gemaakt. Jacoba zei niet gestoord te willen worden, omdat ze een bad ging nemen, waarna zij en haar kamenier mannenkleren aantrokken en zo vermomd het kasteel uitliepen waar ze gevangen zaten. Buiten wachtten Spiering en Aalburg met paarden en het viertal wist te ontkomen via Breda en Woudrichem naar Vianen. Hier ontdeed ze zich van haar vermomming en reisde vervolgens verder naar Schoonhoven waar de Hoeken kort daarvoor de macht hadden gegrepen.


* Afbeelding 7: Fragment van schilderij ‘Het huwelijk van Jacoba van Beieren met Jan IV, hertog van Brabant’ van Jacob Joseph Eeckhout, te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Jacoba van Beieren nam samen met de Hoeken de strijd tegen Filips de Goede weer op in de driehoek Gouda - Oudewater - Schoonhoven. Jacoba wist mede met hulp van Floris van Kijfhoek in september 1425, Schoonhoven te veroveren op de bezetters onder Albrecht Beiling. Ze zou daarna de stad incognito in mannengewaad bezocht hebben. Ze nam haar intrek in het kasteel van Gouda, waarvandaan ze haar strijd ondernam tegen de Kabeljauwen in Holland. Ze won een kleine slag bij de Gouwsesluis in 1425. Herhaaldelijk vroeg zij om hulp van haar echtgenoot Humphrey van Gloucester, die nog steeds in Engeland verbleef. Het leidde nog tot de slag bij Brouwershaven, maar de weinige hulp die hij kon bieden was niet genoeg.

Na de tegenslag bij Brouwershaven profiteerde Jacoba van de opstand die in Kennemerland was ontstaan. Daar bezetten ontevreden boeren Haarlem. Ze toog er met haar leger naartoe om de opstandige boeren te helpen met het beleg op de stad. Ze brak het beleg echter halverwege op, omdat een ontzettingsleger onderweg was naar Haarlem. Dit leger passeerde echter eerst Gouwsluis, waar een tweede slag plaatsvond. Jacoba steunde de Kennemerse opstandelingen nog minimaal een half jaar daarna, maar met de Slag bij Hoorn werd deze opstand gebroken. Twee jaar later, in 1428, moest ze vrede sluiten. In dit vredesverdrag (de Zoen van Delft) werd bepaald dat Filips erfgenaam van Jacoba van Beieren zou worden en dat zij niet in het huwelijk mocht treden zonder zijn toestemming. Jacoba bleef in naam nog gravin van Holland, maar moest feitelijk vrijwel alle macht afstaan. Haar huwelijk met Humphrey van Gloucester werd in 1428 door de paus onwettig verklaard, omdat zij volgens de kerk al getrouwd was met Jan van Brabant toen zij met Humphrey in het huwelijk trad. Jan van Brabant stierf echter een jaar eerder, waarmee Jacoba dus weer een ongehuwde vrouw was.

Met Pasen in 1433 deed Jacoba volledig afstand van haar titel als gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Vaak wordt beweerd dat dit te maken zou hebben met een geheim huwelijk met Frank van Borssele waarmee zij een van de voorwaarden van de zoen van Delft schond. Dit is echter niet meer dan een legende. Filips de Goede had haar politiek machteloos gemaakt door haar vertrouwelingen bij haar weg te spelen en hun loyaliteit te kopen. Daarnaast was haar financiële positie ernstig verslechterd. Hierdoor kon zij niet anders dan de landen overdragen aan Filips en kwamen Holland, Zeeland en Henegouwen in handen van de hertogen van Bourgondië. Jacoba kreeg verschillende gebieden en steden, met name in Zeeland, om in haar onderhoud te voorzien. De voornaamste hieruit waren de heerlijkheid Voorne, Tholen en Goes met Zuid-Beveland. Ze kreeg tevens het voormalige graafschap van haar vader Oosterbant in leenbeheer.


* Afbeelding 8: ‘Het huwelijk van Jacoba van Beieren met Jan IV, hertog van Brabant’ van Jacob Joseph Eeckhout, te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Na de overdracht van haar landen verbleef ze op de landen die haar waren toebedeeld. In het voorjaar van 1434 trad ze in het huwelijk met Frank van Borssele. Dit huwelijk was economisch voor beide partijen gunstig, al was voor Jacoba ook liefde in het spel. Lang heeft ook dit huwelijk niet geduurd. In 1436 werd ze ziek. Na een ziekbed van enkele maanden op het slot Teylingen, stierf zij op 9 oktober 1436 op 35-jarige leeftijd aan tuberculose.

De wens van Jacoba van Beieren te worden begraven in de kerk van Sint-Maartensdijk is niet ingewilligd. Zij werd begraven bij haar voorouders in de Hofkapel op het Binnenhof in Den Haag onder het koor in de kerk. Bij de teraardebestelling van Jacoba in 1436 was de Hofkapel op het Binnenhof vol mensen.

Door de eeuwen heen zijn er verschillende mythen en legendes over het leven van Jacoba van Beieren ontstaan.

Een mythe is dat gedurende haar gevangenschap in 1425 in Gent Jacoba in het Gravensteen opgesloten zou hebben gezeten. In werkelijkheid werd zij echter ondergebracht in het stadspaleis de Posteerne waar zij in luxe leefde.

Door de oorlogsjaren 1425-1428 en het harde verzet van Jacoba tegen de hertog van Bourgondië, heeft zij in de mythevorming een imago van heldhaftige verzetsstrijdster gekregen. Hierbij wordt haar ook de rol van militair aanvoerder toegedicht. Haar werkelijke rol in deze oorlogsjaren ligt echter anders. Zelf heeft zij nooit deelgenomen aan de gevechten of het leger geleid. Dit liet zij over aan haar raadslieden en de leiders van de Hoekse legers.


* Afbeelding 9: Jacoba's vlucht uit Gent in 1425 was een klap in het gezicht van neef Filips. Prent van Johann Wilhelm Kaiser.

Een hardnekkige legende is dat Jacoba en Frank van Borssele al in de zomer van 1432 in het geheim in het huwelijk waren getreden. Volgens de legende zou Filips van Bourgondië Frank van Borssele daarom gevangen hebben genomen, waarna Jacoba al haar bezittingen afstond aan Filips om haar geliefde vrij te kopen. Er is echter geen enkel bewijs voor een geheim huwelijk en dit is dan ook niet de reden waarom Jacoba afstand heeft gedaan van haar bezittingen. Pas in november 1433, een half jaar nadat zij haar landen aan Filips van Bourgondië had overgedragen, was er sprake van een aanstaand huwelijk tussen Jacoba en Frank van Borssele.

Een typisch middeleeuwse kan van Siegburgs aardewerk werd in de zeventiende eeuw bij werkzaamheden in groten getale uit de gracht van slot Teylingen in Voorhout opgebaggerd. Een legende zegt dat deze kannetjes door de hertogin zelf, nadat ze door verdriet over het verlies van haar land aan de drank was geraakt, in de gracht waren gegooid. In deze legende zit zelfs geen kern van waarheid, aangezien de kannetjes veelal pas na de dood van Jacoba vervaardigd zijn. Dit soort steengoed wordt sindsdien in Nederland algemeen jakobakannetje genoemd.

Jacoba gebruikte de burcht van Voorne af en toe als buitenverblijf. Sinds 1975 organiseert men daarom bij de ruïne van de burcht in Oostvoorne jaarlijks een Jacoba van Beierendag.

Het levensverhaal van Jacoba van Beieren was onderwerp van de roman Jacoba, dochter van Holland van Simone van der Vlugt.

En laten we hier dan dus ook gelijk maar een Jacoba van Beieren mythe ontsluieren. Jacoba van Beieren kan niet op het Alblasserdamse Kasteel Souburg zijn geweest....!

* Afbeelding 10 onderaan: Schoolplaat van Jacoba van Beieren in Gorinchem. Jacoba van Beieren en Willem van Arkel in 1417 door Isings.

Met dank aan de makers van de oorspronkelijke tekeningen, de video en de schilderijen.

Bron: Digibron en Wikipedia.


Hieronder nog een zogenaamd vergeten verhaal: Jacoba van Beieren en de Jacobakan: (Bron: Radio Rijnmond).

Column nummer 55 van uw columnist.

Gerelateerde wijken:

Over de columnist

Hennie van der Zouw

Hennie van der Zouw, oud leerkracht uit het basisonderwijs en inmiddels 'pensionado,' is geboren in Bolnes in de gemeente Ridderkerk en sinds 1995 inwoner van Alblasserdam. Hennie is getrouwd en vader van een zoon. Hij is geinteresseerd in computers, I.C.T., stripverhalen, sport en geschiedenis.

Hennie heeft in de laatste dertig jaar een aantal artikelen gepubliceerd in het Stripschrift, een blad met achtergrondverhalen over strips en het beeldverhaal in het algemeen.

Hennie is ook de webmaster van de websites van H.V. Anderz.


Hennie heeft, onder pseudoniem een aantal sportboeken en de eerste twee delen van een roman-cyclus geschreven en in eigen beheer gepubliceerd bij Brave New Books. De boeken over wielrennen, voetbal en schaatsen weerspiegelen Hennie 's interesse in sport. 

Er zijn onder zijn eigen naam ook drie bundels van zijn op alblasserdam.net gepubliceerde columns verschenen en ook heeft hij een tweedelige biografie over zijn vader geschreven. Heel trots is Hennie ook op het boek over Hein, de broer van zijn vader, waar hij naar vernoemd is. Inmiddels is Hennie ook begonnen aan een boek over zijn moeder.

In 2021 is de derde bundel van de columns verschenen. Columns, altijd verankert in de geschiedenis, die proberen om Alblasserdam in het grotere verband van de wereldgeschiedenis en de tijd te laten zien......


En begin van het jaar 2023 verscheen het vierde deel van de verzamelde columns van Hennie van der Zouw op Alblasserdam.net


Jan Willem Boersma uit Mijdrecht sinds vorig jaar in een illuster rijtje Alblasserdamse Burgemeesters
03 feb
Jan Willem Boersma uit Mijdrecht sinds vorig jaar in een illuster rijtje Alblasserdamse Burgemeesters
Alblasserdammer Joop Aret, van waterklerk tot hobby-fotograaf
06 dec
Alblasserdammer Joop Aret, van waterklerk tot hobby-fotograaf
Een Interview met H.V. Anderz? Maar dat is toch zeker wel een Alblasserdammer? Of niet?
07 okt
Een Interview met H.V. Anderz? Maar dat is toch zeker wel een Alblasserdammer? Of niet?
Alblasserdam zit ook onder het P.F.A.S.. 'Dark Waters' ook in Alblasserdam
25 aug
Alblasserdam zit ook onder het P.F.A.S.. 'Dark Waters' ook in Alblasserdam
Na 80 columns wordt het tijd om toch maar eens een Alblasserdammer voor te stellen
01 jun
Na 80 columns wordt het tijd om toch maar eens een Alblasserdammer voor te stellen
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.