Brug bracht op 11 mei 1940 oorlog naar Alblasserdam

14 mei 2013 door Hennie van der Zouw
Brug bracht op 11 mei 1940 oorlog naar Alblasserdam

De brug over de Noord bij Alblasserdam werd in de 30-er jaren van de vorige eeuw gebouwd om zo een vaste verbinding tussen het eiland IJsselmonde en  de Alblasserwaard te verkrijgen. In 1939 was de bouw afgerond, en op 14 november van dat jaar werd de brug geopend. Ook het nieuwe stuk van de A15 tussen Sliedrecht en Hendrik-Ido-Ambacht werd die dag geopend, waardoor er een snelle verbinding tussen Rotterdam en Nijmegen ontstond.

Niemand zal bij de bouw van deze verkeersbrug hebben kunnen bedenken wat voor ellende deze brug naar Alblasserdam zou brengen in de meidagen van 1940. 

De verkeersbrug over de Noord moest welvaart naar het slapende plaatsje Alblasserdam brengen, geen ellende, geen vlammen en dood. En toch was de brug bijna vergeten…….. 

Op de oudere stafkaarten van het Nederlandse leger werd deze nieuwe verkeersbrug over de Noord en het nieuwe stuk van de A15 nog niet aangegeven, en zo kwam het dat deze nieuwe oost-west verbinding, tijdens de Duitse inval van mei 1940 nauwelijks werd benut door ons Leger, maar ook niet door het Duitse Leger.

De Duitse inlichtingendienst, de spionnen van Hitler, hadden hier een aantal steekjes laten vallen, en niet opgemerkt dat deze verkeersbrug al meer dan een half jaar in gebruik was. Mede ook omdat de Duitse invallers dezelfde  kaarten gebruikten als het Nederlandse Leger kwamen de aanvallers hier voor een grote verrassing te staan. Generaal Kurt Student, bevelhebber van de Duitse luchtlandingstroepen, schreef in zijn memoires dat hij niet beter wist dan dat de brug over de Noord nog in aanbouw was. Dit was dus duidelijk een fout van de Duitse inlichtingen dienst, die juist in het gebied rondom Dordrecht zo actief was geweest, maar dat is een ander verhaal.

In de vroege ochtend van vrijdag 10 mei 1940, twee dagen voor Pinksteren, landden de eerste Duitse parachutisten op het eiland IJsselmonde. Ze hadden opdracht gekregen om de bruggen bij Rotterdam en Dordrecht te bezetten, om zo de opmars van het Duitse leger te kunnen bespoedigen.. Tot hun grote verrassing troffen Duitse verkenners, die naar het gebied van Ridderkerk en Hendrik-Ido-Ambacht waren gestuurd om het veer naar Alblasserdam te bezetten, daar geen veer aan, maar een prachtige nieuwe verkeersbrug.

Er werd direct alarm geslagen, en Generaal Kurt Student, die zeer verrast was over deze nieuwe brug,  stuurde meteen versterkingen achter de verkenners aan.

Toen de brugwachter van de brug over de Noord, die zich aan de Alblasserdamse kant bevond, aan de overkant vanuit Ridderkerk, dus vanuit het noorden, Duitse troepen zag verschijnen, sloeg hij groot alarm. Na overleg met Burgemeester van Scheers van Alblasserdam, werd om 12.30 uur besloten om de brug open te zetten.

Om ongeveer 17.30 die avond arriveerde een auto met Duitse militairen aan de Ridderkerkse kant van de brug. Ze verkenden snel de oprit en vertrokken weer. Een uur later kwamen ze terug. In het Duits riepen ze naar de brugwachter dat hij de brug neer moest laten, maar er werd niet gereageerd. Als reactie hierop begonnen de Duitsers zich aan de Ambachtse kant, de zuidelijke kant van de oprit in te graven. 

In de loop van deze avond van 10 mei 1940 arriveerden de eerste Nederlandse soldaten van de zogenaamde Lichte Divisie op de fiets vanuit Brabant in Alblasserdam. Zij plaatsten hun fietsen tegen de dijk, en sloegen hun bivak op onder de brug. Deze Lichte Divisie had orders om de Noord over te steken en zich te voegen bij het strijdtoneel in en om Rotterdam, daar de Duitsers te verjagen en het vliegveld Waalhaven te heroveren. Na aankomst van de Nederlandse militairen werden aan de Ambachtse kant van de brug weer vijandelijke soldaten waargenomen.

Dit was voor Kolonel H.C. van der Bijl van de Lichte Divisie reden genoeg om de oversteek tot de volgende ochtend uit te stellen. Deze beslissing werd achteraf als een grote fout gezien, omdat er op dat moment nog maar weinig Duitsers aan de Ridderkerkse en Ambachtse kant van de Noord waren, en de kans daar om een bruggenhoofd te veroveren, nooit meer zo groot is geweest als op dat moment. De Nederlanders betrekken stellingen rondom de brug en bestoken de Duitsers aan de overkant met mortieren en mitrailleurs. In de loop van de nacht en de vroege ochtend van zaterdag 11 mei waren nog meer eenheden van de Lichte Divisie bij de brug over de Noord aangekomen, en zij hadden hun voertuigen onder aan de brug geparkeerd. Ondertussen hadden de Nederlanders al meerdere pogingen ondernomen om de Duitse parachutisten aan de andere kant van de brug te verjagen, maar door het hevige tegenvuur van de Duitsers was dit nog niet gelukt.

Generaal Student wordt op de hoogte gebracht van de gevechten rond om de brug over de Noord, en is verrast dat er zo snel Nederlandse versterkingen aan de Alblasserdamse kant waren aangekomen. Hij stuurde in de loop van de nacht nog meer extra militairen en artillerie naar de Noord. Bij het aanbreken van de dag, inmiddels dus 11 mei 1940, steken twee Nederlandse patrouilles met bootjes de rivier over. Ze moeten de Duitsers bij de oprit aan de Ambachtse kant van de brug uitschakelen. Eén van de patrouilles kan al snel niet verder, omdat er aan de Ridderkerkse kant van de brug brede, diepe sloten liggen. Die stonden ook niet op de kaart waarmee de aanval was voorbereid. De patrouille aan de Ambachtse kant van de brug bestookte enkele uren lang de vijand, maar wordt dan teruggetrokken naar Alblasserdam. Ook een Nederlandse poging om rond 8.00 uur aan te vallen over de brug, mislukt. De klep van de brug werd nu neergelaten, maar door het hevige vuur van Duitse kant moesten de Nederlanders onverrichter zake terug.

Om 10.00 uur wordt een tweede poging gewaagd om over de brug de Duitsers aan te vallen, maar weer zonder resultaat. Vermeldenswaard bij deze acties is het moedige gedrag van de Nederlandse soldaten, en zonder iemand te kort te doen, willen we hier soldaat Jonges noemen. Soldaat Johann Jonges sneuvelde bij de gevechten rond de brug bij Alblasserdam, welke in de ochtend van 11 mei door eenheden van de Lichte Divisie een aantal maal werd bestormd. Johann Jonges toonde zich daarbij onverschrokken, door tijdens een vijandelijke aanval met mitrailleurs, een open vuurpositie in te nemen en zijn mitrailleur te bedienen, om zo zijn kameraden die dekking zochten te beschermen. Hij sneuvelde bij deze heldendaad. Na de aanvallende acties van het Nederlandse leger riep Generaal Student rond 9.30 uur de Duitse Luftwaffe te hulp. Kort na 10.00 uur deze verschenen er en negental Duitse vliegtuigen in het luchtruim boven Alblasserdam: Stuka’s. Een veertigtal bommen viel op en bij de oprit van de brug, en vernielden o.a. de daar geparkeerde voertuigen van de Lichte Divisie.

Dit bombardement was voor de Nederlandse strijdkrachten de reden om de aanval op de Duitsers aan de overkant van de brug geheel af te blazen. Om ongeveer 12.45 uur ’s middags, kwam de tweede Duitse luchtaanval. Weer negen duik- bommenwerpers. Deze keer waren de Dam en de Polderstraat in het oude centrum van Alblasserdam het doelwit. Grote branden braken uit, en er waren een groot aantal slachtoffers te betreuren. Tien minuten later volgde een nieuwe luchtaanval, nu met brandbommen. Sommige Alblasserdamers hadden een toevlucht gezocht in de kelders van het waardhuis, en hoopten daar veilig te zijn. Integendeel, tien mensen kwamen hier om het leven. Tientallen burgers werden tijdens deze bombardementen gedood of raakten gewond. Het hele gebied aan weerszijde van het riviertje de Alblas, dat door het oude centrum van Alblasserdam stroomde, stond in korte tijd in lichterlaaie. Het gevolg was een enorme uittocht van burgers, die massaal via de uitvalswegen de open polders invluchtten, op zoek naar een veilig heenkomen.

Een uur later, om 14.00 uur volgde weer een nieuwe Duitse luchtaanval, en om 14.15 uur nog een. Bij deze laatste aanvallen werden niet zozeer bommen gegooid, maar militaire posities gemitrailleerd. Het centrum van Alblasserdam veranderde in een nog groter puinhoop, maar de oprit van de brug was nog steeds in Nederlandse handen. Tijdens de luchtaanvallen was het in Alblasserdam een hel, zowel voor bewoners als voor de soldaten van de Lichte Divisie. De Nederlandse soldaten zaten gevangen in een gebied met beperkte wegen en dijken in een vlak en open landschap. Er was voor hun geen veilig heenkomen. De burgers van Alblasserdam zelf, ondergingen de luchtaanvallen zo mogelijk met nog meer angst en afgrijzen dan de soldaten. De laagduikende Duitse Stuka’s met hun huilende sirenes, de gierende aankondiging van de vallende bommen en de onwerkelijk zware explosies, maakten het vredige Alblasserdam tot een ware hel op aarde. De Stuka’s concentreerden zich niet alleen op militaire doelen langs de rivier, ze vielen ook objecten aan waar men Nederlandse militaire kwartieren verwachtte.

Ze vielen knooppunten van wegen aan om de Nederlandse logistiek te ontregelen, en mitrailleerden legeronderdelen, die in het dekking loze gebied van deze polder, vanuit de lucht eenvoudig herkenbaar waren. De vier aanvalsgolven die tussen 13.00 en circa 15.00 uur hun bommen lieten vallen, braken het moreel van de Nederlandse troepen. Ze richtten enorm zware schade aan in het stadje Alblasserdam. Talloze huizen en fabrieksterreinen werden verwoest of raakten in brand, zodat de troepen die nog aan de Noord lagen zich ingeklemd voelden tussen de vijandige overzijde en grote branden in hun rug. Op het terrein van de firma Vroege waar Nederlandse militairen stellingen hadden betrokken, braken grote branden uit. De laaiende vlammen joegen alle militairen uit hun stellingen. In het stadje werden talloze burgerobjecten geraakt.

Hele straten werden vernield door de zware bommen en opvolgende branden. Een twintigtal mensen had dekking gezocht in de garage van bode Verloop aan de Plantageweg, maar dit gebouw kreeg een voltreffer te verwerken, en zeven mensen verloren het leven. De gevolgen van de bombardementen waren voor Alblasserdam enorm, ze resulteerden in 28 doden, en ongeveer 180 woningen en winkels waren totaal vernield, waaronder de gebouwen van scheepswerf ‘Werf de Noord’ en het Gemeentehuis op de dam. Aan het einde van de middag, na de bombardementen op Alblasserdam, werden er door de Nederlandse soldaten geen pogingen meer ondernomen om de rivier over te steken.

De meeste troepen van de Lichte Divisie werden teruggetrokken uit hun stellingen bij de brug en overgeplaatst naar het Eiland van Dordrecht. De gevluchte bewoners uit Alblasserdam waren een voorbode van een later die dag volgend formeel besluit de gemeenten Kinderdijk en Alblasserdam geheel te evacueren. Een laat besluit, maar desondanks had het tot gevolg dat de Alblasserwaard spoedig een ware evacuatiezone werd. Want de bewoners van de beide stadjes aan de Noord ontmoetten bij hun tochten oostwaarts, evacués uit de Betuwe, Wageningen en Rhenen. De rivier de Lek, die ten noorden van de Alblasserwaard stroomt, richting de Noord, was gevuld met schepen vol evacués uit voornoemde steden, die naar het westen van ons land op de vlucht waren. De Alblasserwaard kreeg zodoende veel evacués te verwerken, waarop men niet was voorbereid. Niemand zal ook ooit weten wat er gebeurd zou zijn in Alblasserdam, als de verkeersbrug over de Noord wel op de stafkaarten van de beide legers zou hebben gestaan, hoe zou de oorlog dan verlopen zijn?

Zou de Lufwaffe dan ook Alblasserdam hebben gebombardeerd? Niet voor niets kreeg de brug over de Noord de bijnaam: ‘De vergeten Brug.’ Soldaat Johann Jonges ligt begraven op het ereveld bij de Grebbeberg en werd bij Koninklijk Besluit van 9 mei 1946 postuum de één-na-hoogste militaire onderscheiding toegekend, de Bronzen Leeuw. Met daarbij de tekst: "Soldaat Jonges heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheidden, door in een gevecht nabij de Noord te Alblasserdam op 11 mei 1940, terwijl zijn kameraden voor hevig vijandelijk vuur dekking zochten, alleen een lichte mitrailleur in stelling te brengen en hiermee het vuur van de vijand vuur te beantwoorden, totdat hij dodelijk werd getroffen."

Bronnen: www.zuidfront-holland1940.nl www.deweekkrant.nl

Foto's bewerkt met Fotosketcher.

Hartelijk dank aan de originele makers van de foto's en video.

Bron hieronder: Video van RTVRijnmond.

Column nummer 1 van uw columnist.
Gerelateerde wijken:
Gerelateerde straten:

Over de columnist

Hennie van der Zouw

Hennie van der Zouw, oud leerkracht uit het basisonderwijs en inmiddels 'pensionado,' is geboren in Bolnes in de gemeente Ridderkerk en sinds 1995 inwoner van Alblasserdam. Hennie is getrouwd en vader van een zoon. Hij is geinteresseerd in computers, I.C.T., stripverhalen, sport en geschiedenis.

Hennie heeft in de laatste dertig jaar een aantal artikelen gepubliceerd in het Stripschrift, een blad met achtergrondverhalen over strips en het beeldverhaal in het algemeen.

Hennie is ook de webmaster van de websites van H.V. Anderz.


Hennie heeft, onder pseudoniem een aantal sportboeken en de eerste twee delen van een roman-cyclus geschreven en in eigen beheer gepubliceerd bij Brave New Books. De boeken over wielrennen, voetbal en schaatsen weerspiegelen Hennie 's interesse in sport. 

Er zijn onder zijn eigen naam ook drie bundels van zijn op alblasserdam.net gepubliceerde columns verschenen en ook heeft hij een tweedelige biografie over zijn vader geschreven. Heel trots is Hennie ook op het boek over Hein, de broer van zijn vader, waar hij naar vernoemd is. Inmiddels is Hennie ook begonnen aan een boek over zijn moeder.

In 2021 is de derde bundel van de columns verschenen. Columns, altijd verankert in de geschiedenis, die proberen om Alblasserdam in het grotere verband van de wereldgeschiedenis en de tijd te laten zien......


En begin van het jaar 2023 verscheen het vierde deel van de verzamelde columns van Hennie van der Zouw op Alblasserdam.net


Jan Willem Boersma uit Mijdrecht sinds vorig jaar in een illuster rijtje Alblasserdamse Burgemeesters
03 feb
Jan Willem Boersma uit Mijdrecht sinds vorig jaar in een illuster rijtje Alblasserdamse Burgemeesters
Alblasserdammer Joop Aret, van waterklerk tot hobby-fotograaf
06 dec
Alblasserdammer Joop Aret, van waterklerk tot hobby-fotograaf
Een Interview met H.V. Anderz? Maar dat is toch zeker wel een Alblasserdammer? Of niet?
07 okt
Een Interview met H.V. Anderz? Maar dat is toch zeker wel een Alblasserdammer? Of niet?
Alblasserdam zit ook onder het P.F.A.S.. 'Dark Waters' ook in Alblasserdam
25 aug
Alblasserdam zit ook onder het P.F.A.S.. 'Dark Waters' ook in Alblasserdam
Na 80 columns wordt het tijd om toch maar eens een Alblasserdammer voor te stellen
01 jun
Na 80 columns wordt het tijd om toch maar eens een Alblasserdammer voor te stellen
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.