Cornelis Verolme blijft voor eeuwig aan Alblasserdam verbonden.
Welnu, 1900. Daar gaan we. Op 22 januari van dat jaar begint de slag van Spionkop (bij Ladysmith, Kwazulu-Natal) in de Boerenoorlog in Zuid-Afrika. Op sport gebied is 18 maart de dag van de oprichting van een van de grootste voetbalclubs van Nederland: AFC Ajax. Op 15 april wordt in Parijs de vijfde wereldtentoonstelling geopend. In de zeven maanden die deze expositie zal duren, komen er zes miljoen bezoekers. Vooral nieuwigheden zoals elektriciteit en film, trekken veel belangstelling. De opening van de eerste Metro van Parijs is nog steeds een blijvende herinnering aan deze grote tentoonstelling.
Op 16 april worden voor het eerst live-filmopnames gemaakt in een oorlog. En wel in de Tweede Boerenoorlog, daar wordt de bestorming vastgelegd van een Boerenstelling. Op 25 juli wordt de Nijmeegse missiebisschop Mgr. Hamer door de zogenaamde Boksers, ja, van de gelijknamige opstand, in Mongolië levend verbrand. Op 29 juli wordt Koning Umberto I van Italië vermoord door de anarchist Gaetano Bresci. Op 8 augustus eist de orkaan Galveston 8.000 tot 10.000 levens in Texas. Op 19 augustus plegen Butch Cassidy en de Sundance Kid hun eerste overval samen.
Op 25 augustus overlijdt de Duitse filosoof Friedrich Nietsche op 55-jarige leeftijd. Op 16 oktober maakt de op dat moment twee jaar regerende koningin Wilhelmina, haar verloving bekend met de vierentwintig jarige Duitse hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. Op 30 november overlijdt de brit Oscar Wilde op 46-jarige leeftijd. On op 24 december vindt de eerste uitvoering van het toneelstuk ‘Op hoop van Zegen’ van Herman Heijermans, met in de hoofdrol Esther de Boer-van Rijk plaats. U ziet het, er is in 1900 niks bijzonders gebeurd in Alblasserdam………, maar wel degelijk veel in de Wereld.
Cornelis Verolme werd dus geboren in het dorpje Nieuwe-Tonge, op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee. Hij was de zevende zoon van een boerengezin. Hij werd opgeleid tot smid en bankwerker aan de Ambachtsschool te Middelharnis. Later haalde hij via avondcursussen een MTS-diploma.
Hij deed ervaring op bij verschillende werven en fabrieken. Toen hij 19 jaar oud was, werd hij tekenaar-constructeur bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij NV (RDM).
In 1928 kwam Verolme in dienst van Stork in Hengelo, waar hij scheepsmachines construeerde en inbouwde. Hij bouwde contacten op met scheepswerven in binnen- en buitenland. Na de Tweede Wereldoorlog zat hij vol plannen voor een nieuwe opzet van het bedrijf, maar door meningsverschillen tussen de directie van Stork en Verolme kwam het tot een conflict. Verolme besloot ontslag te nemen en voor zichzelf te beginnen.
Waar was dat meningsverschil over? Cornelis Verolme had een geweldig idee en hij schrijft een interne notitie waarin hij pleit voor een ingrijpende productievernieuwing om de 5700 Nederlandse schepen die tijdens deze oorlog vernietigd zijn, te vervangen. Het stuk valt niet op vanwege de inhoud, maar des te meer door zijn aanbeveling om hem op te nemen in de hoofddirectie. Als hem dit geweigerd wordt, begint hij in 1946 in IJsselmonde een machinefabriek. Naar eigen zeggen met een startkapitaal van 15.000 dollar, zo vertelt hij tenminste aan interviewster Phyllis Night in het Amerikaanse praatprogramma Smalltalk, maar hardnekkig is en blijft het gerucht dat hij tijdens de oorlog scheepsmotoren voor de bezetter had verstopt, om deze na de oorlog met veel winst en een even ruime persoonlijke courtage door te verkopen.
Laten we toch zo na de Tweede Wereldoorlog zijn aangeland, laten we dan ook maar even een kijkje nemen in 1946, het eerste naoorlogse jaar, om ons zo weer even goed in de tijd te plaatsen. Daar gaan we: Op 1 januari wordt in de VS de eerste elektronische computer (de ENIAC) vervaardigd. Op 19 januari wordt Dolly Parton, Amerikaans country-zangeres en actrice geboren. Op 9 februari van dit jaar wordt de Partij van de Arbeid opgericht in Nederland. Op 19 februari wordt in Nederland het radioprogramma Arbeidsvitaminen voor het eerst uitgezonden. Het zal uitgroeien tot een van de langstlopende radioprogramma's ter wereld. Op 5 maart houdt de inmiddels Britse ex-premier Winston Churchill in Fulton, Missouri, een rede waarin hij de term IJzeren Gordijn op het wereldpodium brengt: "Van Stettin aan de Oostzee tot Triëst aan de Middellandse Zee loopt een ijzeren gordijn". Op 15 april komen in Nederland de eerste zeven Wegenwachters op de weg, "gele rijders" genoemd naar de kleur van hun motoren. In september vindt het Proces van Neurenberg plaats en worden veel kopstukken van nazi-Duitsland veroordeeld wegens hun oorlogsmisdaden. Op 16 oktober wordt Arthur Seyss-Inquart opgehangen. Op 18 december wordt Steven Spielberg, de bekende Amerikaanse regisseur geboren. En…, ook dit jaar gebeurde er weer niets wat vermeldenswaard is in Alblasserdam, tenminste, niets wat belangrijk is voor dit verhaal.
Maar Cornelis Verolme begint in dit jaar, hij is dus inmiddels 46, zijn vleugels uit te slaan, In 1946 startte hij in Hengelo een nieuwe onderneming, Scheepsinstallatiebedrijf 'Nederland'. Een jaar later verhuisde hij het bedrijf naar Rotterdam. De eerste werkplaats was een gebouw van 18 bij 10 meter aan de Nieuwe Maas bij IJsselmonde, waar hij begon met het maken van installaties voor binnenschepen. Later ging hij ook motoren in zeeschepen inbouwen.
Maar dan begint Alblasserdam in beeld te komen. Wordt tijd zult u denken, want anders dekt de titel de lading niet, om maar even in scheepstermen te blijven.
In 1950 nam Cornelis Verolme de in 1812 gestichte scheepswerf Jan Smit Czn. te Alblasserdam over en gaf het de naam 'Verolme Scheepswerf Alblasserdam' (VSA). Daarmee ging hij zich bezighouden met de bouw van grote zeeschepen. Verolme verwierf enkele belangrijke opdrachten uit Finland, waarvoor hij de motoren bouwde in zijn fabriek in IJsselmonde. Andere Rotterdamse werven volgden deze ontwikkelingen argwanend en beschouwden Verolme als een indringer.
In 1954 nam Verolme de werf van De Haan & Oerlemans te Heusden over en maakte deze geschikt voor schepen met een laadvermogen tot 20.000 ton. De naam werd voortaan 'Verolme Scheepswerf Heusden' (VSH). Het grootste project betrof het baggerschip "The Queen of the Netherlands", gedoopt door koningin Beatrix.
Op 10 augustus 1955 werd Verolme Verenigde Scheepswerven NV opgericht, voor het buitenland Verolme United Shipyards, waarbinnen alle scheepsnieuwbouw- en scheepsreparatieactiviteiten werden gebundeld.
De economische ontwikkeling leidde tot een vraag naar steeds grotere schepen. In 1955 bouwde de werf in Alblasserdam een erts-olietanker, de 'P.G. Thulin', met recordafmetingen (lengte van 193 meter; breedte 25 meter; laadvermogen 26.500 ton). In datzelfde jaar besloot Verolme, als eerste scheepswerf, zich toe te gaan leggen op de bouw van mammoettankers, tankers met een laadvermogen van meer dan 100.000 ton. De Suezcrisis in 1956 deed de vraag naar olietankers nog verder toenemen.
Wat gebeurde er verder in Nederland in 1955? Op 3 februari was de eerste uitzending op de Nederlandse televisie (door de KRO) van het kinderprogramma ‘Dappere Dodo’. En op 20 april zond de NCRV de eerste aflevering van Swiebertje (met Joop Doderer in de hoofdrol) op televisie uit. Op 29 mei, op een mooie Pinksterdag ontstaat ook de eerste file in Nederland op het knooppunt Oudenrijn. Op 13 juli beleven we een uniek moment in de Tour de France, uniek voor Nederland, want na afloop van de 7e etappe hebben we een Nederlander in de gele trui, de groene trui en een ritwinnaar die dag. Respectievelijk Wim van Est (geel), Wout Wagtmans (groen) en Jos Hinsen (dagwinnaar) beleven zodoende een goede dag. Op 8 december van dit jaar wordt in Nederland het kleuteronderwijs wettelijk geregeld. Eindelijk! Het Rijk gaat de bekostiging overnemen van gemeentes en kerken, maar gaat ook toezicht uitoefenen en stelt eisen aan personeel en gebouwen. En in de zomer van dit jaar wordt de Nederlandse taal verrijkt met het woord nozem……..
Zijn succes en eigenzinnige werkwijze riepen tegenstand op van concurrerende scheepsbouwers – de oude, deftige bedrijven N.S.M. (Amsterdam), Wilton-Fijenoord (Schiedam), de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (Rotterdam) en de Koninklijke Maatschappij de Schelde (Vlissingen). Een dieptepunt in dit conflict was de weigering hem toe te laten als lid van de prestigieuze Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas, waar vooral de gevestigde havenbaronnen het voor het zeggen hadden.
Precies een jaar na het slaan van de eerste paal, op 27 juni 1957, werd de Verolme Dok- en Scheepsbouw Maatschappij (VDSM) werf in Rozenburg, officieel in gebruik gesteld door de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, mr. J. Klaasesz. Op dezelfde dag werd ook de kiel gelegd van een 33.000 dwt tanker met bouwnummer 605. Deze tanker, genaamd Reza Shah the Great, zou als eerste nieuwbouwschip op 15 juli 1958 van de nieuwe helling van stapel lopen.
Rond 1960 begon Verolme zijn concern te internationaliseren. Zijn contacten met de Braziliaanse regering stelden hem in staat in 1959 een geheel nieuwe werf te bouwen, in de baai Jacuacanga in de omgeving van Rio de Janeiro, compleet met woonwijken voor het personeel. In 1960 nam hij ook nog een oude werf over in Cobh bij Cork in Ierland.
Hier, op 100 kilometer van Rio de Janeiro, kan hij zonder belemmeringen, zonder regels en zonder politiek economische bemoeienis van de Nederlandse overheid, een werf bouwen zoals hij dat wil. Een werf die met veertig hectare en de mogelijkheid om schepen van 100 duizend ton te bouwen in zijn gedachte spoedig de grootste van Zuid Amerika zal worden en een uitgelezen kans om zijn eigen paradijs te scheppen.
Even nog een voorbeeld van de dadendrang van Cornelis Verolme. Hij was erin geslaagd om de order voor de verbouwing en modernisering van het Braziliaanse Vliegdekschip ‘De Minas Gerais’ in de wacht te slepen in juli 1957. Deze megaorder, die een waarde vertegenwoordigde van 27 miljoen Amerikaanse dollars, zou de werf meerdere jaren werk bezorgen. De eerste technische proefvaart vond plaats in 1960. Alles bleek perfect te werken en op 13 januari 1961 kon de Minas Gerais weer als nieuw worden opgeleverd aan de Braziliaanse marine. Verolme had hiermee bewezen binnen de hiervoor gestelde tijd een heel complex project te kunnen uitvoeren.
Typerend voor het tempo waarin Verolme nieuwe schepen bouwde, was het gebruik om tegelijk met de bouw van een nieuwe scheepshelling te beginnen aan de bouw van het eerste schip. Als eerste werd het middenschip gebouwd, en naarmate de boeg en het achterschip vorderden, werden de helling, waarop het schip gebouwd werd, verlengd. Pas als het schip klaar was om te water te worden gelaten, kwam ook de helling tot in het vaarwater gereed.
De eerste twee, de Esso Hampshire en de Esso Libya, werden voor het Esso-concern in de Verenigde Staten gebouwd en de derde, de Esso Den Haag, voor Esso Nederland.
In de jaren 60 liepen de opdrachten voor de Nederlandse scheepsnieuwbouw terug. Een regeringscommissie adviseerde in 1966 om de scheepswerven meer te laten samenwerken om een betere internationale concurrentiepositie te verwerven. Cornelis Verolme besloot in juni 1967 een kredietgarantie van de overheid te vragen voor de bouw van een reparatiedok van circa 500.000 ton. Minister L. de Block van Economische Zaken bood ruim een jaar later financiering aan, op voorwaarde dat Verolme de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij (NDSM) te Amsterdam zou overnemen, om deze van de ondergang te redden. Verolme nam dit aanbod aan, maar leed in de jaren daarop verlies, met name bij de bouw van mammoettankers in Amsterdam en Rozenburg. Vooral de stijgende loonkosten veroorzaakten verliezen.
De regering verwachtte dat een oplossing gevonden kon worden door de grote Nederlandse scheepswerven te integreren. Enige jaren eerder was het Rijn-Scheldeconcern ontstaan uit de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij NV (RDM), de Koninklijke Maatschappij De Schelde NV en de Dok en Werf Maatschappij Wilton-Fijenoord NV. In 1969 moest Cornelis Verolme afzien van het stemrecht op zijn aandelen in ruil voor een nieuwe kredietgarantie en in januari 1970 moest Verolme accepteren dat de Verolme Verenigde Scheepswerven NV met de Rijn-Schelde Machinefabrieken en Scheepswerven NV (RSMS) (kortweg 'Rijn-Scheldeconcern') fuseerde tot Rijn-Schelde-Verolme Machinefabrieken en Scheepswerven NV (RSV) en dat hij ook nog zijn positie als president-directeur verloor.
In 1983 ging Rijn-Schelde-Verolme failliet, ondanks de 2,7 miljard gulden overheidssteun die het concern in de loop der jaren ontving. Cornelis Verolme maakte dit niet meer mee, hij was drie jaar eerder al overleden. Oorzaken van de teloorgang van zijn megabedrijf waren onder meer de oliecrisis in 1973, waardoor de vraag naar olietankers wegviel, het gebrek aan samenhang tussen de bedrijven die gedwongen waren te fuseren, een structurele overcapaciteit, gecombineerd met ongefundeerd optimisme en de politieke onwil om ontslagen te laten vallen bij niet-renderende bedrijven. Het debacle leidde tot een Parlementaire enquête naar de RSV-werf, waarvan het verslag 16 delen besloeg……..
Maar we zijn even te vlug vooruit gegaan in de tijd. Te vlug voor Alblasserdam. Laten we daarom nog even terug in de tijd gaan, en weer even in ons Damdorp gaan kijken in het begin van de 50er jaren, om de inpact te gaan bekijken die Cornelis Verolme op ons rivierdorp heeft gehad. Op 1 juni 1950 kocht Cornelis Verolme dus de oude werf van Jan Smit. Deze werf zet haar activiteiten voort onder de naam Verolme Scheepswerf Alblasserdam (V.S.A.). De werf wordt onder de leiding van Cornelis Verolme drastische gemoderniseerd. Door een goede PR wist Verolme ook veel publiek te trekken met betrekking tot tewaterlatingen.
Op 06 juli 1959 opent Dhr. Cornelis Verolme een nieuw kantoor op de werf. Het vorige gebouw werd op 20 maart 1959 door brand verwoest.
Het Verolme-terrein is een eigentijdse toevoeging aan Alblasserdam, op een plek die voorheen de trots was van het dorp, de scheepswerf, eerst van Smit, en later van Verolme, welke laatste, dus hiermee zijn stempel op Alblasserdam heeft gezet. Een stempel voor de eeuwigheid, en dat had hij vast niet gedacht toen zijn Alblasserdamse werf in 1977 overging in de handen van het bedrijf ‘van der Giessen - De Noord’. Maar ik denk dat hij het wel had gehoopt. Zijn naam in Alblasserdam net zo bekend maken als die van zijn illustere voorganger Cornelis Smit, dat wilde hij graag. En dat is hem dus gelukt.
Misschien heeft hij het wel gehoopt toen hij op zijn sterfbed lag daar in Rotterdam op 5 april 1981. Maar dat zullen we nooit meer te weten komen…….. Op deze zelfde 5de april won Hennie Kuiper trouwens ook nog de wielerklassieker de Ronde van Vlaanderen, maar dat heeft weer niks met Alblasserdam en zeker niet met Cornelis Verolme te maken…………….
Foto's bewerkt met Fotosketcher.
Hartelijk dank aan de originele makers van de foto's, video en de andere afbeeldingen.
Column nummer 26 van uw columnist.